zaterdag 20 maart 2010

varia

Lack and vessel

to the degree that we appreciate and are conscious of the lack in us
we create a vessel for receiving the light of the creator, zei Michael Berg één van Kabbala broeders uit de Berg familie, die de wereld bestookt met hun gepopulariseerde en gesimplificeerde kabbala uitleg.
Niet zelden sturen ze toch een zinnige gedachte rond in hun mail-brieven, zoals deze. Besef hoe groot je tekort schiet en ga niet down maar apprecieer het. Hoe groter het tekort, hoe groter het vessel (vat = ongeveer bewust verlangen, verlangend inzicht), dat het ontvangen licht kan bevatten.

belangrijke joden

Vandaag kreeg ik weer eens een lijstje gemailed met 'BELANGRIJKE JODEN'.

Het meest nieuwsgierig maakte mij de bewering, dat Stalin een jood is gezien zijn oorspronkelijke naam: Djugashwili (voluit: Josif Vissarionowitsj Djugashwili), waarbij Djuga Georgisch voor jood zou zijn (shwili=zoon), komt neer op zeg maar Joe Jewison....

Ik heb dit nagezocht op internet maar het is echt onzin. Het meest volledige antwoord lijkt gevonden op weblog van het fascistische Stormfront.org (excusez), een post vertaald uit het Russisch:

"Merk op dat in de Ossetische taal, het woord "dzuga" betekent "koppel", "koppel". Een andere etymologie suggereert Gergely Lebanidze. In het artikel 'Wees niet bang voor de test "(Pravda. 1988. September 1.), Schrijft hij dat" Joogh "in de vertaling van de oude Georgische " staal " betekent. En dus, gelooft hij, vandaar het pseudoniem - "Stalin". Unbegaun het niet eens met hem, en beweert dat de bijnaam "Stalin" op geen enkele wijze verbonden is met de naam Dzjoegasjvili, echter, hij oppert (zonder verwijzing naar de bron) een vreemde interpretatie van het woord "Joogh" - "prullenbak." Een andere onderzoeker, een prominent Georgisch schrijver Keith Buachidze, van mening dat "Joogh" niet "staal" betekent, maar een zeer oude heidense Georgische woord is met Perzische tint, waarschijnlijk verspreid tijdens de periode van de Iraanse heersschappij over Georgië".

Nog een citaat uit dit anonieme stuk, een uitspraak van Leon Trotsky (wél een jood): " Leon Trotski, beschrijft Stalin met de volgende woorden: "... ruw onbehouwen karakter, zoals de Ossetiërs, die leven in de hoge bergen van de Kaukasus" (L. Trotski, Stalin. M., 1990. Blz. 21)."

Overigens, typisch aandoenlijk joods trekje om ons bestaansrecht te ondersteunen met lange lijsten van verdienstelijke bijdragers aan het wereldwelzijn, Nobelprijswinnaars, literatoren etc. etc. Merk op dat een belangrijke religieuze figuur er niet op staat: Jesjoe ben Joseef, of wel Jezus.

Het kan allemaal natuurlijk ook tegen ons gebruikt worden...joden zijn uit op de macht, heel slim infiltreren ze in alle lagen van de maatschappij om de heerschappij te veroveren (protocollen van Zion, favoriete mythe van Hitler).

Daarom even ter verlichting deze witz: goed nieuws!
Meneer Cohen zit op een bankje en leest een rechtse en berucht antisemitische krant. Opvallend is een artikel zichtbaar met een antisemitische kop. Cohens beste vriend, meneer Polak, loopt langs, ziet het artikel en stopt geschrokken.
Polak: wat zie ik nou? Die krant kan je toch niet gaan lezen, lees het NIW, dan weet je genoeg!
Cohen: die staat vol met verhalen over antisemitisme, problemen in Israel, problemen in de Joodse Kille (gemeente); ik lees liever goed nieuws. In deze krant staat dat de Joden al het geld bezitten, dat ze de banken in handen hebben, dat ze de media controleren, dat de joden in Hollywood de dienst uitmaken; allemaal goed nieuws!

022010

Achilles en de compassie


In Boek XXIV van de Ilias van Homerus staat deze scene, waarin Trojaanse koning Priamus de tocht waagt naar de tent van Achilles, die zijn zoon Hector heeft verslagen; Achilles wil het lijk van Hector, die op zijn beurt Achilles liefdesmaat Patroclus heeft gedood niet teruggeven aan diens vader. Priamus smeekt Achilles
"(...)Achilles! Heb eerbied voor de goden! Herinner je vader! Toon in naam van hem mededogen met mij! " Deze woorden bewogen Achilles, en hij huilde, herinnerde zich beurtelings zijn afwezige vader en zijn verloren vriend. Met ontferming bewogen voor Priamus' zilveren lokken en baard, hief hij hem van de grond en sprak: "Priamus, ik weet dat gij hebt naar deze plek bent gekomen geleid door een god, want zonder goddelijke steun had geen sterveling zelfs in de bloei van zijn jeugd deze poging durven wagen. Ik willig uw verzoek in, want ik ben daartoe gebracht door de kennelijke wil van de liefde."
Deze scene vind ik een vroeg icoon voor wat compassie is.
Gezworen vijanden ontmoeten elkaar rond dood en verlies en vergieten samen de tranen voor verloren geliefden; zo is ontmoeting zelfs in barre situaties van extreem heldendom en wraak en weerwraak toch mogelijk.
Ik moet onvermijdelijk denken aan Israel en de Arabieren, de lijken van de omgekomen Israelische soldaten, wier teruggave niet heeft geleid tot wederzijds geuite tranen en menselijke ontmoeting.

RC 031009

Joods Helleens

Natuurlijk simplificeer ik bijna ontoelaatbaar grof, maar sprekend over onze huidige 'beschaving' wordt deze gezien als voortvloeiend uit de Helleense en Joodse bijdrage.
De Helleense bijdrage zie ik dan als tweevoudig: het besef van de tragedie, het drama van het menselijk en maatschappelijk leven, dat onderworpen is aan het lot, ja zelfs het noodlot (een loot van de goden).
De tweede bijdrage is natuurlijk het analytisch denken, het gebruik van de rede, dat met Plato en Aristoteles een aanvang neemt en dat hernomen is in de Renaissance en geleid heeft tot onze ongekende wetenschappelijke bloei.
De joodse bijdrage is ook tweeledig.
De eerste is het besef van waarden, tot uiting komend in een ethiek die geworteld is in een transcendent bewustzijn en die zijn bekroning vindt in de tien geboden en de ethische voorschriften van Leviticus 19, waaronder 'Heb uw naaste lief als uzelf, Ik ben de Eeuwige' (dat laatste hoort erbij en stempelt deze 'gulden regel' als een boven individuele overtuiging uitgaand, wortelt het in het transcendente).
De tweede bijdrage is het besef van dat het individu - en ruimer gesteld ieder zijnde - gebed is in relaties, alle fenomenen staan in een context. De mens kan niet los gezien worden van zijn medemens.
Is het een toeval dat de bijdrage van vele joodse wetenschappers juist samenhangt met dat besef van relationaliteit?
Einstein introduceerde de positie van de mens als observator als een factor in de natuurkunde (de relativiteitstheorie). Levinas wees nadrukkelijk op de Ander/het Andere als onmisbaar element in de filosofie

RC 031009

Geen opmerkingen: